Takkenhoogte
Het reservaat Takkenhoogte-Meeuwenveen is te beschouwen als een restant van een uitgestrekt heide- en veengebied waar de Reest als veenbeek doorheen kronkelt. De Takkenhoogte vormt een met eikenbos begroeide verhoging in het landshap. Het dankt zijn naam aan de familie Takken, die in dit gebied veel bezittingen had.
Volgens de overlevering is Takkenhoogte nooit in landbouwgrond omgezet, omdat hier in het verleden veel vee is begraven, dat ten prooi viel aan een besmettelijke veeziekte. Dat zou zijn gebeurd bij de dikke steen, die in een weiland aan de noordkant van het gebied ligt of in een komvormige laagte in het huidige graasgebied, direct ten zuidoosten van het bos. Gestorven en afgemaakt vee moest vroeger worden begraven op een diepte van 1,50 meter onder de grond en verder dan tien meter verwijderd van woonhuizen, publieke wegen of voetpaden. Ook als vee aan de miltvuurziekte overleden was, werd het begraven. Dat hield een risico in, want oude, zelfs eeuwenoude sporen van de miltvuurbacterie kunnen bij een goede voedingsbodem weer opleven met alle gevolgen van dien. Dat dreigende gevaar kon een reden zijn om de grond niet in cultuur te brengen.
Historisch verhaal